Een overzicht van de belangrijkste pokertermen

pokertermen terminologie

Op deze pagina vind je een overzicht van de bekendste pokertermen en hun betekenissen. Voor meer informatie staat er vaak een link naar een artikel over deze term. Zo leer je de pokerterminologie snel en gemakkelijk kennen.

Ben je op zoek naar poker voor beginners, pokerstrategie of pokertheorie?

Beginnen met pokeren en de termen in de praktijk gebruiken? Probeer het bij onze poker sites!

De Pokertermen

Add-on - Bij een re-buy toernooi extra chips kopen aan het einde van de re-buy periode. Dit is voor iedereen die nog in het toernooi zit mogelijk. Het is altijd één vast bedrag voor een vast aantal chips.

Ante - Verplichte inzet die iedere speler in een hand vóór het delen moet inzetten. Wordt gebruikt om extra geld in de pot te krijgen als de blinds daar niet aan voldoen.

All-in - Alle chips die je hebt inzetten. All-in gaan.

Bad Beat - Als je een hand verliest waarin je statistisch gezien voorstond noemen we dit een Bad Beat.

Bankroll - Je totale vermogen om mee te pokeren. Stel je hebt 500 euro op PokerStars en je wilt niet meer storten, is dat je totale Bankroll. Zie ook Bankroll Management.

Bet - Inzetten als nog niemand dat heeft gedaan - een inzetronde openen. Zie ook Soorten bets.

Blank/Brick - Een gemeenschappelijke kaart waar niemand iets aan heeft of die niets verandert aan het spel. Vaak een lage kaart zoals een 2 of een 3.

Blinds - Verplichte inzetten die de twee mensen die ná de button zitten moeten inleggen voordat de hand begint. De eerste speler legt de Small Blind in, de Tweede de Big Blind, die vaak 2x de small blind is. (maar niet altijd!)

Big stack - Een persoon die relatief veel chips heeft.

Boat - Full House

Board - De gemeenschappelijke kaarten vormen samen het Board.

Bounty - Geld dat je bij sommige toernooien krijgt voor het uitschakelen van een speler.

Bubble - Als 100 mensen van een toernooi geld krijgen, is degene die op de 101e plek wordt uitgeschakeld de Bubble. Het is de laatste persoon die geen geld krijgt, en dus is de Bubble van geen geld gebarsten.

Button - Een symbolisch schijfje dat aangeeft waar het spel begint: de speler ná de button begint altijd. Als je op de button zit heb je de beste positie, omdat je altijd als laatst mag.

Buy-In - Het bedrag dat je inlegt om aan een toernooi of cash game mee te doen.

Call - Meegaan met de huidige inzet - net zoveel inleggen als de vorige speler.

Cash game - Ook wel Ring Game. Een spel waarbij de chips daadwerkelijk geld voorstellen, in tegenstelling tot een toernooi, waar ze geen echte waarde hebben.

Check - Niets inzetten als niemand anders heeft ingezet. Als iedereen in een inzetronde checkt, komt er een nieuwe kaart zonder dat iemand heeft ingezet.

Coinflip - Situatie waarbij twee mensen all-in gaan, en bij het laten zien van de kaarten blijkt dat ze allebei ongeveer 50% kans hebben om te winnen. Het bekendste voorbeeld is als iemand een Pocket Pair in handen heeft, bijvoorbeeld 99, en de andere twee kaarten die hoger zijn dan dit paar, bijvoorbeeld AK.

Continuation Bet - Een bet om je initiatief voort te zetten. Als jij voor de flop hebt geraisd, bet je meestal ook na de flop; dat is dan een continuation bet. Lees hier meer over continuation bets.

Cut-off - De speler die vóór de button zit.

Draw - Als je een mogelijkheid hebt om een flush of een straat te krijgen, noemen we dit een draw. Je hebt bijvoorbeeld 4 ruiten (voor de Flush) of 5678 (voor de Straight).

Flop - De eerste drie gemeenschappelijke kaarten.

Flush - 5 Kaarten van dezelfde soort (Harten, Ruiten, Schoppen, Klaveren)

Fold - Je hand wegleggen - opgeven.

Four of a kind (Quads) - Vier kaarten van dezelfde waarde.

Freeroll - Toernooi waarbij je geen geld inlegt, maar wel geld kunt winnen.

Freeze-out - Toernooi waarbij je je niet opnieuw kunt inkopen - als je je chips verliest, lig je eruit.

Full House - Als je 3 kaarten van de ene waarde hebt, en 2 van een andere. Bijvoorbeeld AAAKK of 99922.

Hand - De kaarten die je gedeeld krijgt. Betekent ook het totale spelverloop van een ronde. 'Mooie hand' betekent ook wel 'mooi gespeeld'.

Heads-up - Als je met twee personen pokert is dit Heads-up.

Hold'em - Ook wel Texas Hold'em. Pokervariant waarbij je twee kaarten gedeeld krijgt en er 5 extra kaarten op het bord komen. Daaruit maak je een combinatie van de 5 beste kaarten. Lees hier alles over Texas Hold'em.

Kicker - Ook wel je bijkaart. Als op het bord een aas ligt, en twee spelers hebben ook een aas, wordt naar de kaart gekeken die ze erbij hebben. Meestal wint AK in dit geval van bijvoorbeeld A7. De K en de 7 noemen we kickers.

Limp - De big blind callen zonder te verhogen.

Muck - De stapel van de door spelers weggelegde kaarten. Als je je kaarten weggooit zonder ze te laten zien, heet het ook wel mucken.

No limit - Variant van poker waarbij je als je aan de beurt bent altijd al je chips in mag zetten. Er is dus geen limiet aan het inzetbedrag.

Nuts - De absoluut beste, onverslaanbare hand in een situatie. Op een bord van J 5 2 zijn de nuts bijvoorbeeld JJ.

Omaha - Een pokervariant waarbij je in plaats van 2 kaarten elke hand 4 kaarten gedeeld krijgt. Meer weten over Omaha?

One Pair - Twee kaarten hebben van dezelfde waarde.

Odds/outs - Odds is de verhouding van een inzet ten opzichte van de pot. Je outs zijn het aantal kaarten waarmee je de hand kunt winnen. Alles over Odds en Outs.

Pokerface - Een neutrale, emotieloze gezichtsuitdrukking waarvan het de bedoeling is dat je tegenstander niet kan zien welke hand je hebt.

Positie - De relatieve positie aan tafel ten opzichte van de Button. De Button wordt gezien als de beste positie. Hoe meer links van de button, hoe slechter je positie

Rake - Een gedeelde van de pot of inleg die een casino of pokerroom inneemt in ruil voor de geleverde diensten.

Raise - De huidige inzet verhogen.

Re-buy - Je opnieuw inkopen in een toernooi nadat je al je chips hebt verloren.

Royal Flush - De best mogelijke hand van poker. Je hebt hiervoor een TJQKA straight nodig die allemaal van dezelfde soort zijn.

River - De vijfde en laatste gemeenschappelijke kaart noemen we de River.

Set - Een Three of a Kind waarbij je twee van de drie kaarten in je hand hebt en de andere van de drie op het bord ligt. Het zijn Trips als er twee of drie van de kaarten op het bord liggen.

Shorthanded - Als je met weinig mensen aan tafel zit.

Short stack - Als je relatief weinig chips over hebt ben je een short stack.

Showdown - De situatie die na de inzetronde van de river plaatsvindt als beide spelers net zo veel hebben ingezet. De spelers laten hun kaarten zien en vergelijken ze. De beste hand wint de pot.

Split pot - Als meerdere spelers na de showdown dezelfde hand hebben, wordt de pot verdeeld.

Stakes - De inzet waarmee je speelt. Als je met blinds van 1 en 2 euro speelt, zijn dit de stakes. High stakes zijn pokerspelen waar met veel geld wordt gespeeld.

Steal - Het stelen van de blind. Als er nog weinig mensen over zijn behalve jij en de blinds, kun je verhogen om een poging te doen deze blinds gratis in te nemen. Dat noemen we een steal.

Straight - Vijf opeenvolgende kaarten.

Straight Flush - Een straight waarvan de kaarten ook nog van dezelfde soort zijn.

Swing (up/down) - Een upswing houdt in dat je een tijd zeer goed loopt en je veel geld verdient. Bij een downswing ben je juist een periode veel aan het verliezen.

Three of a kind - Drie kaarten van dezelfde waarde.

Tilt - Als je gefrustreerd bent en je slechter gaat spelen noemen we dit tilt. Je bent op tilt als je niet je beste spel speelt uit emotie.

Trips - Three of a kind waarbij 2 of 3 van de kaarten op het bord liggen, en slechts 1 of 0 in je hand.

Turn - De vierde gemeenschappelijke kaart noemen we de Turn.

Two Pair - Twee paren, bijvoorbeeld AA44 of 7744.

Under the Gun - De eerste positie na de blinds. Degene die het in een hand als eerst mag zeggen. Dit is voor de flop de slechtste positie.

Variance - Het fenomeen dat er altijd een marge van geluk bij poker is, waardoor je soms verliest en soms wint. Lees hier meer over variantie.

pokertermen